Súdwest-Fryslân (Fryslân) - Bolsward
Dinsdag ging de reis naar Bolsward. Een klein stadje in Súdwest-Fryslân. De gemeente Súdwest-Fryslân is zeker qua landoppervlakte een grote gemeente, maar ook qua cultuur en historie. Zeven van de elf Friese steden liggen in deze gemeente, wat wijst op de zeer rijke geschiedenis van deze gemeente. Door alleen Bolsward te bezoeken doen we deze gemeente dus eigenlijk helemaal geen recht, maar voor alle andere steden en dorpen moet ik later maar weer eens terugkomen!
Voor een bezoek aan Bolsward heb ik een reden: heel dicht in de buurt van Bolsward ligt Ugoclooster. Dat is de geboortegrond van Titus Brandsma: een vorig jaar tot Heilige verklaarde pater en o.a. journalist, professor en oprichter van allerlei organisaties en verenigingen, o.a. de Fryske Akademy. Al vroeg wees hij op de gevaren van het Nationaal Socialisme, onder andere als medeoprichter van het Comité van Waakzaamheid van anti-Nationaal-socialistische intellectuelen. Tijdens de bezetting was Titus Brandsma auteur van een verbod door de bisschop om de verplichtgestelde Nazi-propaganda te plaatsen in Katholieke nieuwsbladen. Hiervoor werd hij opgepakt en gevangengezet. Na een tijdje in o.a. Scheveningen en Amersfoort gevangen gezeten te hebben, werd hij uiteindelijk naar Dachau overgebracht. Hier was hij zijn medegevangenen tot steun, maar ook mild voor de gevangenbewaarders. In de korte tijd tot hij overleed bleef hij altijd rustig en vriendelijk. Al snel overleed hij hier echter.
Eerst ben ik met de trein naar Heerenveen gereisd om vanaf daar samen met een graag geziene gast van de blog (mijn vader) de bus naar Bolsward te pakken. Dat laatste deel van de reis is nog behoorlijk lang: de bus doet er uiteindelijk een uur over omdat deze eerst ook door Joure en Sneek moet kronkelen. Na een uurtje stapten we uit in Bolsward.
Eerst bezochten we de Broerekerk. Deze kerk is in 1980 afgebrand en nu blijft alleen een ruïne over. Deze kerk was in de 13de eeuw door de Minderbroeders als kloosterkerk opgericht. Na 1580 werd het klooster dat erbij stond gesloten en ging de kerk over naar de Protestantse eredienst. Na een brand in 1980 is de kerk een ruïne geworden. In 2006 is een glazen overkapping gemaakt en zijn ijzeren balken geplaatst. Hierdoor wordt de kerk tegenwoordig weer volop gebruikt voor culturele activiteiten.
Daarna zijn we naar het oude Stadhuis gegaan: een zeventiende eeuws gebouw. Na het samengaan van gemeenten tot Súdwest-Fryslân is dit niet meer het gemeentehuis. Hierin zit tegenwoordig onder andere de bibliotheek, het VVV-kantoor en het Museum De Tiid. Hier is sowieso altijd aandacht voor Titus Brandsma, maar tot 4 mei is er een speciale tentoonstelling over hem. Deze wilden we graag ebezoeken, maar voor die tijd lunchten we even in het restaurant dat tegenwoordig ook in het oude Stadhuis zit.
Hierna beozchten we de mooie tentoonstelling met veel informatie op chronologische volgorde. Het Titus Brandsmamuseum dat in Bolsward was, is opgegaan in dit museum. Ook in de rest van het museum was er aandacht voor Titus Brandsma: onder met de type cel waarmee hij op één-bij-één meter uiteindelijk met vijf anderen werd vervoerd. Daarnaast was er in het museum aandacht voor Gysbert Japicx, een belangrijke Friese dichter in de 17de eeuw die het Fries voor het eerst als dichttaal gebruikte en bijvoorbeeld skûtsjesilen en kon je de oude Raadszaal, torenklok (dit is met een speciale techniek gebouwd die normaal alleen in molens werd gebruikt) en burgermeesterkamer kijken.
Hierna zijn we op pad gegaan naar de Sint Franciscusbasiliek. In deze basiliek is onder andere het beeldje van Onze Lieve Vrouw van Sevenwouden. Over dit beeldje staat geschreven: "Maar dat beeldje is uit dat huisken geschoten, nederwaarts in het water en is gevonden, dat het niet plat liggende dreef in het water, zoals natuurlijk was, maar opwaarts staande dreef." Sindsdien zijn aan dit beeldje veel wonderen toegeschreven van mensen vanuit heel Fryslân.
Deze kerk zelf was alleen niet geopend. De koster bood nog aan ons kort de kerk in te laten, maar wilde eigenlijk net weggaan. We waren echter van plan 's avonds naar de Boeteviering te gaan, dus gaven we aan daar dan heen te gaan. Wel zagen we hier dat het pad langs de kerk naar de pastoor Van der Wal genoemd. Hij was priester toen Heit in Woudsend dominee was. Om er te komen liepen we ook langs het woonhuis van Gysbert Japicx.
Hierna liepen we langs het voormalig Titus Brandsmamuseum en het archief en documentatiecentrum voor Katholiek Friesland naar de Martinikerk, een kerk uit de vijftiende eeuw. Deze was echter helaas ook gesloten.
Na een rondje om de kerk zijn we toen naar Ugoclooster gelopen. Tegenwoordig is dat een tocht door een naoorlogse woonwijk, maar indertijd waarschijnlijk een tocht door de weilanden. Ugoclooster is een gehucht met een paar huizen. Op Google Maps stond Brandsma's Pleats, dus daar gingen we eerst kijken. Alleen viel al op dat op de website niks stond over Titus Brandsma zelf. Na even te zitten besloten we het rondje door Ugoclooster af te lopen langs de weilanden (zeker geen straf, dit is een erg mooi gebied). Aan het einde van het rondje zagen we dan een gedenkteken staan en we zagen dat de boerderij dezelfde was als op een foto in een tijdschrift dat we meehadden. We hadden het huis dus gevonden!
Daarna teruggelopen, nog even een gedenknaald bekeken bij de Titus Brandsmalaan om daarna nog een kop koffie te halen in het oude Stadhuis (en mijn mobiel op te laden!). Vervolgens pizza gegeten in een restaurant om op tijd te zijn voor de Boeteviering in de Basiliek.
De Boeteviering was een sobere viering samen op het koor. De Basiliek zelf was relatief sober, wat ook past bij een kerk die gewijd is aan de Sint-Fransiscus. Hier waren twee kapelletjes: één voor Onze Lieve Vrouw van Sevenwouden en één voor Titus Brandsma. Na deze viering konden we nog net de bus naar Heerenveen halen, hierdoor hoefden we niet een uur te wachten! Zo waren we gelukkig nog enigszins op tijd weer bij Heit, zodat ik de volgende dag fris en fruitig weer naar Den Haag kon waar ik verplichtingen had.